Van der Coelen: “De ingeslagen weg van twee jaar geleden heeft tot succes geleid”

Met het kampioenschap in de 1^e klasse mag het tweede seizoen als hoofdtrainer van Wittenhorst 1 voor hoofdtrainer Sjoerd van der Coelen met recht een succes worden genoemd. In een uitgebreid interview blikken we terug én kijken we vooruit op een nieuw en uitdagend seizoen. 

Als men jou voorafgaand aan het seizoen had verteld dat je met 19 punten voorsprong kampioen zou worden, wat had je dan gezegd?

“Ik had er het volste vertrouwen in dat we wederom om de bovenste plekken mee zouden gaan doen. Dat we met zo’n straatlengte voorsprong kampioen zouden worden, had ik in mijn stoutste dromen niet durven denken.”

Op welk moment gedurende het seizoen kwam binnen de staf en/of selectie het besef dat het kampioenschap haalbaar was? En hoe ga je hiermee om in communicatie naar de groep toe? 

“Het gaf natuurlijk een goed gevoel dat we direct begonnen met het winnen van wedstrijden. We draaiden direct goed mee in de strijd om de eerste periode en we scoorden veel doelpunten. Na het winnen van de eerste periode hebben we denk ik zelfs onze beste fase gehad, waarin we enkele grote uitslagen neerzetten en toen kwam in de staf het gevoel dat we mee konden gaan doen. Richting de groep waren we eigenlijk alleen maar bezig met het proces: van wedstrijd naar wedstrijd werken en continue bezig zijn met verbeteren. We hebben de jongens een spiegel voorgehouden: als we continue de focus leggen op hoe we willen spelen en de kwaliteit van de uitvoering hiervan, komt het resultaat vanzelf. Als staf zijn we naar de spelersgroep toe ook aan de slag gegaan met andere scenario’s. Wat als we een mindere periode hebben en verliezen? Hoe reageren we daarop als groep? Hoe reageer je als individu én als groep op beslissingen van een scheidsrechter die in je nadeel vallen?”

Daarnaast hebben we er na de POP-gesprekken in de winterstop ook bewust voor gekozen om jongens soms op een andere positie te zetten in wedstrijden. Hierdoor werden ze gedwongen om anders te gaan organiseren en dat was op dat moment precies wat we nodig hadden”, aldus Van der Coelen. 

Gedurende het seizoen ben je natuurlijk met name bezig met verbeteren en presteren en sta je misschien niet altijd stil bij wat er allemaal gebeurt. In hoeverre kun je tijdens een seizoen genieten of beseffen jullie nu pas wat jullie neer hebben gezet? 

Sjoerd: “Op het moment dat je de titel binnen hebt, valt ‘alles’ van je af. Gedurende het seizoen ben ik als trainer continu bezig met het proces en het ontwikkelen van de speelwijze. Het genieten, hebben we soms bewust moeten doen, bijvoorbeeld na het behalen van de eerste periodetitel. Door de loop der jaren leer je om die genietmomenten te pakken, dan geniet je een paar dagen en gaat de focus daarna pas op de training van dinsdag. Vroeger, toen ik begon als trainer, wilde ik niet verslappen en vergat ik soms even stil te staan bij ontwikkeling. Binnen de staf kregen we echter al snel het besef dat er na het behalen van de eerste periode nog iets veel groters stond te gebeuren, dus daar ging al vrij snel de focus op.”

Het verschil tussen de prestaties van dit seizoen en vorig seizoen is één plek op de ranglijst, maar qua resultaten en constantheid in spel is het contrast wat groter. Wat waren dit seizoen de grootste verschillen ten opzichte van het vorige seizoen? 

“Over de gehele linie alles net wat meer. We scoren meer doelpunten, krijgen er beduidend minder tegen, spelers hebben individueel stappen gemaakt en het was allemaal constanter. Daarnaast was een speler als Giel Beurskens vorig seizoen zo nu en dan geblesseerd; dit seizoen heeft hij zo’n beetje alles gespeeld. Daarnaast hebben we in de speelwijze enkele accenten verlegd, welke er enerzijds voor zorgden dat spelers direct bij de les waren. Anderzijds hebben we er ook voor gezorgd dat we sneller de bal veroverden en kansen creëerden, wat voor meer doelpunten heeft gezorgd. We hebben de lijn van vorig seizoen doorgetrokken en deze verbeterd.”

Wat heeft dit seizoen jou persoonlijk én als trainer gebracht? 

“Persoonlijk ben ik altijd iemand geweest die kritisch is en zichzelf afvroeg wat hij allemaal beter kon doen. Ik stelde mezelf vragen als: “Wat is nou eigenlijk mijn invloed geweest?” en “Wat kan ik nog meer?”. Dit seizoen heb ik gemerkt dat ik als mens het verschil kan maken voor spelers. We hebben het voor elkaar gekregen om een groep te ontwikkelen die er voor elkaar is wanneer een dierbare overlijdt. De menselijke maat die ik altijd probeer toe te passen, heeft zijn waarde gehad en was voor mij een bevestiging dat deze manier de juiste is. Soms werd er echter ook een meer zakelijke aanpak gevraagd en dan moet je straight zijn naar je spelers toe. Deze afwisseling hadden we goed voor elkaar.”

“Als trainer zijnde heeft dit seizoen me veel vertrouwen gegeven. Bijna twee jaar geleden vertrokken veel spelers en moesten we met een flink veranderde selectie een nieuwe weg inslaan. De speelwijze die we destijds voor ogen hadden en uitrolden, heeft uiteindelijk tot succes geleid. Het vasthouden aan je visie en werkwijze, ook in mindere fasen, levert uiteindelijk resultaat op”, aldus de trotse trainer. 

De spelersgroep blijft grotendeels intact. Er vertrekt een aantal spelers en daarnaast keren Luc van Kuijck en Jeffrey Rijkers terug. Met Ruben Peulen halen jullie een directe versterking. 

“We hebben heel goed gekeken naar wat er volgens ons in de selectie nog nodig was en hiervoor hebben we eerst gekeken of er binnen de club directe opvolgers of versterkingen klaarstonden voor deze posities. Zo hadden we achterin nog verbreding nodig qua aantallen. We constateerden dat er in de O23 en JO19-1 geen spelers binnen nu en een jaar klaar waren voor deze grote stap. Daarnaast moeten we ons realiseren dat de stap die spelers als Tom Driessen, Mats van Biljouw en Nick Driessen hebben gemaakt, echt uitzonderlijk is. Helemaal nu het niveau omhoog gaat, krijgen jongens in de hoogste opleidingsteams nu enkele jaren de tijd om zich klaar te stomen voor het grote werk. Ze krijgen de kans om mee te trainen en aan te haken om uiteindelijk de concurrentie in het eerste elftal aan te gaan. Met Luc van Kuijck, Jeffrey Rijkers en Ruben Peulen halen we daarnaast directe versterkingen en jongens die ook als persoon binnen de club en spelersgroep passen. Daarnaast vind ik het een succes dat Luc kiest voor een terugkeer, omdat hij ziet dat spelers uit de regio nu wél de kans krijgen bij Wittenhorst.”

Los van dit, is mijn mening dat je ieder jaar wat moet verversen. De dynamiek moet levendig blijven in een spelersgroep en de hiërarchie moet weer worden gemaakt. Met twee á drie nieuwe jongens kun je dit al creëren. Het is belangrijk dat spelers zich nu weer moeten gaan bewijzen, anders ligt het risico op de loer dat ze gaan verslappen of dat dingen vanzelf gaan. Die nieuwe prikkel zorgt voor extra scherpte en nieuw elan met jongens die passen bij onze waarden.”

Het is qua tegenstand nog koffiedik kijken, mede vanwege de aanstaande mix met zaterdagclubs die over het algemeen onbekender zijn dan de zondagclubs. Maar gezien de resultaten in de Vierde Divisie van het afgelopen seizoen, wat is de eerste voorzichtige doelstelling voor het nieuwe seizoen en waar baseer je dit op?

Sjoerd: “Het belangrijkste is, is dat wij niet afhankelijk zijn van de tegenstander. We hebben twee jaar gewerkt aan een speelwijze aan de bal, waardoor wij een duidelijke lijn hebben in wat we willen, ook op het niveau van de vierde divisie. Het grote verschil gaat zijn dat foutjes genadeloos zullen worden afgestraft. We hebben dit seizoen tegen Someren een grote achterstand om weten te buigen en bijv. op eigen veld tegen EFC een mindere fase weten te overleven. Volgend seizoen buigen we zo’n grote achterstand niet zomaar meer om en zullen we tegendoelpunten krijgen in een mindere fase van een wedstrijd. Aan de bal denk ik dat wij ons kunnen gaan meten met veel tegenstanders, maar het omgaan met foutjes en mindere fasen in een wedstrijd, wordt cruciaal. Ik heb er in ieder geval vertrouwen in dat we mee kunnen gaan doen op dit niveau.”

Twee jaar geleden gaf je in het welkomsinterview aan het een uitdaging te vinden om met Davy Beerens een assistent te krijgen. Aankomend seizoen krijg je er met Freek Thoone zelfs een tweede bij. Hoe zie je die samenwerking voor je?

“Davy is er altijd. Freek zal in eerste instantie de donderdagen aanwezig zijn en regelmatig op de dinsdagen. Daarnaast zal hij op wedstrijddagen aansluiten, maar heeft hij de ruimte om soms vrij te nemen in zijn drukke schema. In de afgelopen jaren ben ik heel comfortabel geworden in het werken met een assistent. Ik heb geleerd om dingen uit handen te geven en soms het proces van een afstandje te bekijken. De toevoeging van Freek gaat in mijn optiek veel opleveren, enerzijds omdat hij op hoog niveau heeft gevoetbald, maar anderzijds ook om zijn ervaring als voormalig aanvaller op onze spitsen over te kunnen brengen. Ik kan mijn assistenten gerichte aanwijzingen meegeven om een partijvorm te coachen, waarbij ik wat meer afstand kan nemen om te kijken wat er gebeurt in een groep. Als je een oefenvorm leidt, kijk je toch anders naar zo’n situatie en zie je niet alles. Deze toevoeging zorgt voor meer afwisseling, differentiatie en individuele begeleiding van spelers.”

Tenslotte: is er nog iets wat jij wil vermelden wat niet ter sprake is gekomen?

“Als hoofdtrainer ben ik degene die vaker in de krant komt of dit soort interviews mag doen. Maar ik wil benadrukken dat ik een geweldige staf om me heen heb. Of het nu de technische staf is, leiders Kevin en Peter, de fysio's van Kr8, Kris Seuren, Ron Beurskens en Caspar De Swart; ik wil ze allemaal in het zonnetje zetten. De invloed van Davy en Hessel in de sfeer en werkwijze is van onschatbare waarde geweest. Ze verdienen allen complimenten; ze hebben er voor gezorgd dat ik als trainer mijn ding kon doen, maar dat we als groep ook altijd goed voorbereid waren en er goed opstonden. Zowel de randzaken als het voetballende gedeelte was goed geregeld. Ik wil daarom alle stafleden bedanken, in de breedste zin van het woord”, sluit een tevreden hoofdtrainer af.